Sonnet Voor K

Tekst van C.O. Jellema
Uitvoering door Irene Maessen, zang en Marja Bon, piano

wanneer je knielt bij rozen en de wind
jouw haar oplichtend wind wordt door je haren
en dan veranderd strijkt langs rozenblaren
zolang jouw hand die ranken samenbindt,

neerknielt aandachtig waar je hand bevindt,
-of zijn ’t ogen die ’t geloof bewaren-
hoe rozen in besnoeiing openbaren
dat geest natuurlijk in de vorm begint,

en zo jouw hand bevingerd als een blad,
niet eer zal vallen dan in het voorgeschreven
vanzelfsprekend seizoen, als winter wint,

wordt jouw bestaan mijn samenhang met wat
ik dacht te zijn een haast bedreigend leven
voor groei uit wortels openstaan voor wind

Klik hier voor meer muziekfragmenten